- kunst
- {{kunst}}{{/term}}1 art 〈m.〉♦voorbeelden:1 een handelaar in kunst • un marchand d'objets d'artkunsten en wetenschappen • les Sciences et les Artsde schone kunsten • les beaux-artsiemand de kunst afkijken • imiter qn.dat is juist de kunst • c'est là tout l'artde kunst verstaan om • avoir l'art (et la manière) dede kunst van iets verstaan • avoir le chic pour faire qc.hij verstaat de kunst van het schermen • il s'y connaît en escrimezijn kunsten vertonen • faire une démonstration de son talentkunst met een grote, met een kleine k • l'art avec un grand A, avec un petit ade kunst om de kunst • l'art pour l'artzo is er geen kunst aan • de cette façon, ce n'est pas sorcier→ {{link=oefening}}oefening{{/link}}¶ de kunsten van de goochelaar • les tours du prestidigitateurde zwarte kunst • la magie noireik zal hem die kunsten wel afleren • je lui ferai passer le goût de ces simagréeskunsten maken • faire des toursdat is uit de kunst • c'est du grand art
Deens-Russisch woordenboek. 2015.